Ik weet niet hoe het met jou zit, maar ik zat er best tegenop om Tijn na maandenlang cocoonen voor het eerst achter te laten bij de opvang. En ook al ging het de eerste paar keer maar om een paar uur… ik vond het intens. Het is wennen om elkaar ineens los te moeten laten, niet alleen voor jou als ouder maar ook voor je kindje. Vooral wanneer het slapen thuis al niet als vanzelf gaat, kan het slapen op de opvang ook echt een uitdaging zijn. Maar waarom is het slapen daar voor sommige kindjes lastiger en wat kan je daaraan doen? In deze blog deel ik mijn belangrijkste tips over het slapen op de opvang.
Prikkels en regulatie
Baby’s hebben geborgenheid en lichaamscontact nodig, om hun emoties te kunnen reguleren en prikkels te verwerken. Die oprechte één-op-één aandacht; het vasthouden of dragen van je kindje en de interactie zorgen ervoor dat je kindje tot rust kan komen. Die één-op-één aandacht is voor de opvang vaak lastiger om te bieden. Dat kan er dus voor zorgen dat je kindje overprikkeld in bed wordt gelegd, wat het slapen heel lastig maakt. Dus kijk samen met de opvang of het mogelijk is dat je kindje een of twee vaste leidsters ziet, stimuleer dat lichamelijke contact en overleg of (korte) één-op-één momenten tussen de leidster en je kindje mogelijk zijn. Zo wordt het slapen op de opvang makkelijker voor je kindje!
Veilig voelen
Kindjes kunnen alleen in slaap vallen als ze zich veilig voelen. Vanuit veiligheid kan een kindje pas loslaten en dat is wat slapen is; loslaten. Wanneer een kindje zich onveilig voelt, maakt het lijf stresshormonen aan. Die hormonen zorgen er vervolgens voor dat je kindje heel alert blijft, wat in slaap komen én langer slapen moeilijk maakt. Het kan helpend zijn om de wenperiode langer te laten duren (dus langzaam opbouwen in het aantal uur per keer) en om alle slaapattributen (ruikend naar thuis, dus ongewassen) mee te geven (slaapzakje, knuffeltje en/of doekjes, speentje en evt. zelfs het hoeslaken of een shirt die je ’s nachts zelf hebt gedragen).
Wat als de slaapattributen van thuis niet voldoende zijn?
Slaapt je kindje thuis goed in de kinderwagen en gaat het slapen in het bedje op de opvang of bij de gastouder lastig? Kijk dan of het mogelijk is om de kinderwagen (of alleen de bak) mee te geven. Deze slaapplek is voor je kindje vertrouwd. Zodra het slapen daar dan wel lukt op deze manier, kan de opvang of de gastouder een van de slaapjes gaan oefenen in het bedje daar. En naar geleide van hoe dat gaat, kunnen de andere slaapjes ook in bed worden aangeboden.
Voorspelbaarheid
De slaapomgeving van de opvang of gastouder is anders dan thuis. Het kan dus zo zijn dat je kindje niet goed snapt wat de bedoeling is, wanneer hij of zij in het bedje wordt gelegd. Door hetzelfde bedtijdritueel als thuis te hanteren, creëer je voorspelbaarheid en daardoor begrijpt je kindje beter wat er van hem of haar wordt verwacht (slapen dus). Die vaste slaapattributen zijn daar onderdeel van. Een bedtijdritueel bestaat uit een vaste volgorde van dingen die je doet voor het slapen gaan. Loop jullie ritueel van thuis dus samen door met de leidster of de gastouder en kijk of jullie dezelfde dingen doen voor het slapen gaan.
Timing is key
De meeste opvanglocaties hanteren vaste slaaptijden. Daardoor kan het zo zijn dat je kindje nog niet moe genoeg óf juist al te moe is bij het naar bed brengen en ook dat kan gedoe geven. Dat het de opvang of gastouder niet lukt om het exacte ritme van thuis te hanteren is op zich niet gek. Het lijkt mij ook best een uitdaging om voor ieder kindje op zo’n groep een ander slaapritme te hanteren. Maar elkaar tegemoet komen is vaak wel mogelijk. Kaart het in ieder geval aan als je merkt dat jouw kindje er last van heeft. Want daar heeft niemand wat aan (ook de opvang of gastouder zelf niet). Ben je nog zoekende dat het optimale ritme voor jouw kindje? Check vooral de gratis Slaappocket op de website en laat je inspireren!
Keep up the good work!
Het slapen hoeft niet meteen al goed te gaan! Geef het wat tijd en je zal zien dat hoe meer vertrouwd je kindje raakt hoe beter het slapen zal gaan. Belangrijkste is dat je een goed gevoel hebt bij de leidsters of de gastouder. En blijf communiceren! Jij kent jouw kindje het beste en jij bent degene die voor je kindje mag opkomen. Volg je gevoel & keep up the good work!